Het gaat redelijk tot goed met de Haagse sportverenigingen. De Haagse verenigingen zagen de afgelopen periode meer nieuwe aanmeldingen binnenkomen, dan dat er leden weggingen. 41 procent van de Haagse verenigingen is vitaal. Landelijk ligt dit percentage op 20 procent. Het percentage Haagse verenigingen dat kwetsbaar is komt overeen met het landelijk gemiddelde (27 procent tegenover 29 procent).

De gemeente Den Haag liet onderzoek doen naar de vitaliteit van de sportverengingen na de coronperiode. Wethouder Hilbert Bredemeijer (foto onder)van Sport is tevreden met de uitkomsten. "Ik heb me grote zorgen gemaakt over de sport tijdens de pandemie. Gelukkig hebben we er voor de verenigingen kunnen zijn, bijvoorbeeld door een fors aantal maanden huur kwijt te schelden. Dat onze Haagse verenigingen er relatief goed voor staan en leden aan zich weten te binden is iets om trots op te zijn. Toch blijven er zeker punten van zorg. Zo moeten we flink aan de bak om voldoende vrijwilligers warm te blijven maken voor een rol binnen een vereniging."

Het onderzoek is uitgevoerd door het Mulier Instituut. Het geeft de gemeente een beeld waarmee het sportbeleid kan worden versterkt en voor verenigingen geeft het inzicht in kansen om hun vitaliteit te verbeteren. Naast de vitaliteit is de maatschappelijke oriëntatie onder Haagse verenigingen onderzocht. Ook deze is sterker dan het landelijk gemiddelde (49 procent tegenover 30 procent). Haagse clubs doen het goed wat betreft ledenwerving en -behoud met een score ‘voldoende/goed’ van 85 procent ten opzichte van 71 procent landelijk.

Tekst gaat door onder foto.

Meer investeren

Dat veel verenigingen (79 procent) problemen ervaren met het vinden van genoeg vrijwilligers ziet de gemeente als een groot probleem. “Nog meer reden om verenigingen hier bij te blijven ondersteunen”, aldus Bredemeijer. Dat geldt ook voor de zorgen over verenigingsaccommodaties. Het percentage verenigingen dat hier goed of voldoende op scoort ligt onder het landelijk gemiddelde. “We gaan daarom de komende jaren meer investeren in sportaccommodaties dan we tot nu toe deden."